woensdag 24 juni 2009

Donald Barthelme en Jan Jongbloed

Een week geleden typte ik ( in een recensie van een biografie van de Amerikaanse schrijver Donald Barthelme) de volgende zinnen: 'Tot Nederland is Barthelme hoe dan ook nimmer doorgedrongen. Dat Barthelme wellicht de enige buitenlandse schrijver was die in zijn fictie Nederlandse voetballers ten tonele voerde (in het verhaal ‘Concerning the bodyguard’ bespreken twee lijfwachten de vervanging van ‘Dutch goalkeeper Piet Schrijvers’ door ‘the brave Jan Jongbloed’ tijdens de wedstrijd Nederland-Peru op het WK van 1978) en dat componist Micha Hamel in 2007 Barthelme’s toneelstuk Snow White tot een opera bewerkte, hebben daaraan niets afgedaan.'





































Piet Schrijvers en Jan Jongbloed. Ach ja, wat zou er eigenlijk van ze zijn geworden, vroeg ik me een kort moment af. Maar ik was die oude voetbalhelden eerlijk gezegd alweer vergeten toen ik gisterochtend in Amsterdam-Slotermeer de apotheek binnenstapte. De klant vóór mij was een grijze man met een stevig postuur en opmerkelijk dikke, vlezige vingers. Hij frommelde wat met een recept. Mmm, bekende kop, dacht ik. Die brede mond. Heel bekend. Het zal toch niet? 'Mag ik u iets vragen,' vroeg ik toen ik mijn schroom had overwonnen, '... U heeft zo'n bekend gezicht.' Hij lachte en maakte een gebaar naar de meisjes achter de balie: 'Ach, ik kom hier al dertig jaar, iedereen kent me hier.' Die stem. Het kon niet missen. 'Bent u Jan Jongbloed?' Ja, dat klopte, dat was hij. Terwijl zijn medicijnen over de toonbank gingen vertelde ik over het wonderlijke toeval dat ik hem hier ontmoette, net nu ik een artikel had geschreven waarin zijn naam voorkwam... 'Nederland-Peru', zei ik, '... die Amerikaanse schrijver had het over de wedstrijd Nederland-Peru, tijdens het WK van 1978. Er was een grove aanslag op Piet Schrijvers en toen moest u hem vervangen.' Jongbloed glimlachte: 'Het was Nederland-Italië, de twintigste minuut, en het was wel een behoorlijke overtreding, maar Piet had het aan zichzelf te danken.' We keuvelden nog wat, de medicijnen in de hand, en nog verbouwereerd over de ontmoeting nam ik even later afscheid, zonder ook maar op het idee te komen om een handtekening te vragen of een foto te nemen om het toeval heel even over de knie te leggen. Maar goed, een aantal belangrijke lessen laten zich hoe dan ook trekken:

1) Jan Jongbloed heeft nooit van Donald Barthelme gehoord
2) In zijn verhaal ‘Concerning the bodyguard’ laat Barthelme Piet Schrijvers geblesseerd het veld verlaten tijdens de wedstrijd tegen Peru op het WK van 1978. In werkelijkheid betrof het de wedstrijd Nederland-Italië (20e minuut)
3) Piet Schrijvers had de aanslag (deels) aan zichzelf te wijten
4) Jan Jongbloed leeft en ziet er gezond uit ( en, een detail, hij heeft opmerkelijk dikke, vlezige vingers, iets dat zijn opmerking, tijdens datzelfde WK, dat hij zonder handschoenen keepte 'omdat hij anders de bal niet voelde', in retrospectief natuurlijk wel extra betekenis geeft).

1 opmerking:

Onno zei

Mooi. Alle oud-keepers hebben dikke vingeres trouwens en veelal ook kromme, want ze zijn meestal allemaal wel een keer gebroklen geweest...